Paul Beloy over de spreuk...

mei_spreuk

Paul Beloy was heel jong toen hij begin jaren zestig met zijn vader en zus vanuit Kinshasa naar België kwam. Paul en zijn zus groeiden op bij twee liefdevolle pleegmoeders die hen een sterke start in hun nieuwe leven gaven. Paul werd proefvoetballer bij KV Mechelen, Beerschot en Lierse. Later was hij sportleraar, coördinator van de sociale projecten van Beerschot en diversiteitsmanager van de Stad Antwerpen. Hij begeleidt nu anderstalige nieuwkomers op scholen. In maart 2022 verscheen ‘We have a dream!’, zijn tweede boek met journalist Frank Van Laeken over racisme. De strijd tegen racisme is van het prille begin zijn levensmissie.

Als Congolees ben ik hier België een nieuw leven gestart. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor iedereen die na mij komt. Als nieuwe Belg stond ik immers, letterlijk, aan de wieg van een nieuwe generatie die zich hier zou ontwikkelen. Ik zou papa worden, grootvader, neef en oom. Als oudste zag ik het als mijn verantwoordelijkheid om voor mijn naasten een stevige structuur te creëren waarop ze kunnen terugvallen. En ruimer dan dat, om van deze samenleving waarin ik hen ‘gedropt’ heb een betere plek te maken.

Dat doel geeft mij de veerkracht om ondanks alles door te gaan. Om obstakels niet te zien als oninneembare vestingen, maar als hindernissen die je overwint.

202206_Paul-_Beloy_webpagina_515x440_2.jpg

Een schone lei, met krassen
Net voor de paasvakantie ben ik in Scholengroep 14 in Limburg begonnen als coördinator anderstalige nieuwkomers uit Oekraïne. Jongens en meisjes die letterlijk onderweg zijn naar de overkant, naar een veilige plek waar ze kunnen schuilen voor het geweld in eigen land.

Het is vooral belangrijk dat ze warm onthaald worden en dat ze de tijd krijgen om zichzelf bijeen te rapen. Want die jongeren komen van ver - letterlijk en emotioneel - en ze hebben veel ellende gezien en meegemaakt. Halsoverkop en soms moederziel alleen komen ze terecht in een land dat ze niet kennen, bij mensen die ze niet kennen. Dat vraagt heel veel veerkracht.

Die kracht halen ze uit de wens om hier met een propere lei te beginnen. Er staan zichtbare krassen in die lei. Maar ze zijn meestal zeer gemotiveerd om hier in die nieuwe wereld iets nieuws op te bouwen.

Praten helpt
Dat is zo typisch voor onze samenleving: Wie of wat we niet kennen, wantrouwen we. Het is maar wanneer we elkaar leren kennen dat de vooroordelen en de angst verdwijnen. Meer samen, meer verbondenheid helpt, zo eenvoudig is het. Met elkaar praten is de simpelste manier om onze samenleving vlotter te doen functioneren. Door te praten, leer je dingen van en over elkaar, zie je de rijkdom in die andere, die ‘vreemde’. En dan vind je al snel meer gelijkenissen dan verschillen.

Praat met elkaar, de rest komt wel vanzelf. Je moet de dingen niet moeilijker maken dan ze zijn.

Ik voel me bevoorrecht door het feit dat ik hier mag zijn. Ik vind dat bij dat voorrecht een plicht hoort: om mijn naasten een zo goed mogelijke wereld door te geven. Zodat het ook voor hen aangenaam is om hier te zijn. Mijn dochter Sarah heeft twee kinderen, Fay en Lou, en Tatyana heeft één zoontje, Wolfie. Zij beseffen dat ook hun kinderen met vooroordelen en racisme geconfronteerd zullen worden. Ook zij zullen die veerkracht moeten vinden om de obstakels te overwinnen die op hun pad komen. Ook zij zullen het weer beter maken voor wie na hen komt.

Zaadjes van veerkracht
Ik zie toch een positieve evolutie bij jongeren. Ik merk dat ze reageren als hun ouders, soms onbewust, zaken zeggen die niet meer aanvaardbaar zijn voor hen. Hun beste vriend is misschien iemand met een Aziatische achtergrond. Als hun mama dan praat over de ‘frietchinees’ worden ze boos. Kinderen zien ook geen kleur. Dat merk ik bij mijn eigen kleinkinderen. Ze hebben het niet over die zwarte jongen of dat Marokaanse meisje. Ras en kleur zijn voor hen niet bepalend. Wij volwassenen plakken er een kleur op, maar zij niet.

Die ‘overkant’ - een wereld zonder racisme en discriminatie - gaan we nooit helemaal bereiken. Daar maak ik me geen illusies over. Er zullen altijd mensen zijn die ontsporen, die kwetsen en aanvallen. Maar er zullen ook altijd mensen zijn, en organisaties zoals Bond zonder Naam, die de veerkracht weer in de samenleving te brengen. Mensen die verbinden, die schoonheid tonen, die zaadjes planten hoe het anders kan. De spreuken van BZN doen dat op een heel eenvoudige manier: ze doen je nadenken over de samenleving, over hoe we ons gedragen. We lezen een spreuk en we denken: “Ah ja, dat was ik vergeten”, of “Daar moet ik toch eens over nadenken.”

Het zijn kleine zaadjes van veerkracht
En veerkracht brengt je naar de overkant.


(fotograaf: © Katrin Torfs)

Download hier de maandspreuk →