Ik ben nog altijd veel en soms chaotisch, ik vertel meestal tien verhalen tegelijk, ook als ik voor de klas sta. Ik herinner me een mooie brief die ik van een oudleerling kreeg. “Mevrouw”, schreef hij, “soms heb ik in de les gedacht, wat is ze nu toch aan het vertellen? Wat een chaos is dit? En wat een geschénk is dit ook. Want als zij dit durft, dan mag ook ik gewoon mezelf zijn.” Ik was dankbaar dit te lezen, want zo graag wil ik voor mijn leerlingen een veilige plek creëren waar ze kunnen zijn wie ze zijn, waar ik hen kan uitdagen om te groeien. En ik was er allang achter gekomen dat dat enkel kan als je geen ander probeert te zijn bij hen dan alles wat je bent.
Een knuffel en een droge pamper
Toen ik begon met schrijven wilde ik me absoluut niet prijs geven. “O nee”, dacht ik, “dan gaan ze weten wat ik voel en hoe onzeker ik soms ben. No way.” Dus verstopte ik me achter personages die ver genoeg van me afstonden. “Helemaal jij”, zeiden de mensen dan altijd. Ik snapte er niks van. Tot ik dacht “Foert, nu ga ik gewoon schrijven over wat ik voel.” Met bibberende handen en een bang hart, want ik gaf mezelf helemaal bloot. En iedereen zei: “Hoe weet jij dat ik me zo voel?” Plots herkenden ze zichzelf in mijn woorden.
Als je de kern van de mens raakt, raak je iets universeels. We zijn eigenlijk allemaal dezelfde vanbinnen, die buitenkant is bijzaak. We hebben zoveel gemeenschappelijk dat de verschillen er niet toe doen. Het zoeken, het vinden, het verlangen, de gretigheid om graag te zien en graag gezien te worden. Verdriet ook, en pijn. Het is wat we delen. Wat ons tot mensen maakt.
En uiteindelijk willen we gewoon allemaal hetzelfde: geborgenheid. Een baby die nog niet bewust kan denken, die wil eten, vastgepakt worden, een droge pamper. Dat is wat ons bindt, los van wie we zijn en waar we vandaan komen: we willen ons allemaal geborgen voelen. Geborgen en met elkaar verbonden. Het is pas in die veilige geborgenheid, in het grotere geheel, dat we zonder angst of schroom onszelf kunnen zijn. Een mens die zich geborgen voelt, die kent ook geen afgunst of jaloezie. Wie zijn eigen plek gevonden heeft, heeft altijd ruimte voor een ander mens. Het is wat hem helemaal tot mens maakt. Zoals in het prachtige gedicht van John Donne: ‘no man is an island entire of itself’.
(fotograaf: © Katrin Torfs)
Download hier de maandspreuk →