Dat sociaal engagement heb ik met de paplepel meegekregen. Ik kom uit een wijk met een grote sociale cohesie, Sint-Andries in Antwerpen. De bijnaam van onze wijk was ‘de parochie van miserie’. Een heel volkse wijk waar veel armoede was en waar mensen dan ook hard aan elkaar hingen. Allemaal samen, niemand valt af, dat zit hier in de straatstenen.
We zijn nog een wijk waar je gaat aanbellen als je Irene van naast de deur drie dagen niet gezien hebt. “Alles goe, manneke? Ik had u efkes niet gezien.” Dat is uniek, zeker voor de stad. Maar als wij dat kunnen, waarom de rest van de samenleving dan niet. Die betere wereld, die begint echt bij ‘A’, bij ons.
Kleine hartjes kunnen ook breken
In mijn kindertijd voelde ik me soms ‘niet gezien’. Mijn ouders hielden van mij, maar dat zinnetje “ik zie u graag”, gewoon zomaar, dat werd niet gezegd. Ik denk dat ik daarom ook doe wat ik doe, omdat ik gezien wil worden! Voortdurend op zoek naar liefde. Dat is tegelijk een beetje masochistisch, want je geeft mensen ook de kans om je níet graag te zien. Maar toch liever dat risico nemen dan helemaal niet gezien worden.
“Mannekes, heb ik vandaag al gezegd dat ik van jullie hou?”, zeg ik dikwijls tegen de kinderen van mijn broer. “Jahaaa tante, dat heb je al zes keer gezegd!” En dan zeg ik het daarna nóg es zes keer. (Lacht) Dat ze het zeker weten.
In de lagere school ben ik vrij intensief gepest. We spreken over de jaren tachtig, daar was toen nog geen aandacht voor. Als je gepest werd, dan moest je maar wat flinker zijn, er niet flauw over doen. Je stond helemaal alleen. Mensen onderschatten wat dat met een kind doet. Zo’n klein hartje kan ook gebroken worden. Dat zijn littekens die je meedraagt. Dat niet erkennen is ook wegkijken. Psychische kwetsbaarheid is nog altijd een te groot taboe.
En dan leer je als kind een harnas bouwen, om dat hartje te beschermen, om te overleven. Je verstopt jezelf en je kwetsbaarheid. De stoere, jongensachtige, vuilgebekekte Charissa beschermde dat gekwetste meisje. En dat is nog altijd een deel van wie ik ben, maar intussen toch wel met een groot troetelbeertjesgehalte. (Lacht)
(fotograaf: © Katrin Torfs)
Download hier de maandspreuk →