Anniek Gavriilakis volgde A. een tijdje in zijn leven op straat. Dit is haar dagboek.

Deel 3

Op straat leven, hoe doe je dat (niet meer)?

Ik bel A. op in de wagen en vraag waar hij wil afspreken.
“In Merksem,” antwoordt hij.
Bizar, vind ik, maar ik stel verder geen vragen.
“Kom naar het politiekantoor. Achter de kerk vind je zeker een parkeerplaats.”

Achter de kerk kan ik inderdaad makkelijk mijn auto kwijt en zie ik A. al in de verte staan.
“Ik ben heel benieuwd waarom je hier wou afspreken.”
“Ik heb groot nieuws. Sinds begin deze week heb ik een adres. Precies 1 dag na mijn 59ste verjaardag. “
Wat ik nog niet weet, is dat we voor het huis staan waar hij een kamer heeft.

Wow.
“Mag ik je kamer zien?”

We gaan samen naar binnen. Het is een huis van de San Egidio gemeenschap. A. is alvast zeker van onderdak voor 1 maand volgens het contract. Hij woont er met 5 mensen. 4 mannen en 1 vrouw. Hij deelt de kamer met één van hen. Allemaal heel basic, maar proper en rustig.

Nu kan hij worden ingeschreven in Merksem. Misschien kan een aanvraag voor een leefloon volgen. Vandaag heeft hij geen inkomen.
De papiermolen komt terug op gang.
Alles komt heel traag in orde.
Na zo lange tijd op straat.

“Dit is het mooiste verjaardagscadeau ooit.” San Egidio gunt hem deze plek omdat hij suikerziek én op leeftijd is. “Wij willen niet meer dat je in het station slaapt. Wij gaan jou nooit meer op straat laten slapen”. Deze woorden gaan hij noch ik ooit vergeten. Ze klinken zo juist, zo warm.

(Er zijn landen die geld en/of een woning geven aan daklozen. Er is onderzoek dat dit werkt. Dat de meerderheid verstandig omgaat met wat ze krijgen. Dat ze het niet willen kwijtspelen. Dat ze zich voorgoed anders organiseren. Maar zo’n push is wel nodig.)

“Ik ben eigenlijk heel moe, geeft A. toe. Nu moet ik het oude straatleven loslaten. Het heeft zoveel van mij gevraagd. En ook al is het een fijne omwenteling en heb ik hier lang van gedroomd, het vergt wel wat om dat nieuwe leven ook écht te gaan leven. We ontbijten hier om 8 uur, en ook middag- en avondeten staan vast. Ik moet die klik weer maken naar een gestructureerd leven. Het is precies nog niet doorgedrongen dat ik vanaf nu niet meer op straat zal moeten slapen.”

A. heeft het bed gekregen waar L. destijds in sliep. L. had net als A geen papieren bestaan meer en belandde na een triest voorval en bikkelharde zwerftocht alsnog in de gevangenis van Merksplas en dan terug naar zijn land van herkomst. A. kent hem en vertelt me dat hij L. een fijne kerel vond. Ik zeg hem dat ik L. ook kende. Dat hij foto’s voor ons BZN-magazine maakte. En dat hij alles met de fiets deed.

A. toont me zijn kamer, de keuken, het tuintje, de gemeenschappelijke douches en woonkamer, de wasmachines. A. is heel erg gesteld op zijn persoonlijke hygiene. “Ik heb mij leren verzorgen dankzij mijn oma en ook dankzij het leger. Ik wil me elke dag douchen en mijn kleren heb ik het liefst gestreken. Nu kan ik dat hier zelf doen. Op straat gebruikte ik de voorzieningen voor daklozen en soms vroeg ik hier of daar aan iemand of ik de douche mocht gebruiken.”
“Je weet waar het is, A.,” zeiden ze dan. “Ik kreeg heel vaak dat vertrouwen.”

Ik vertrouw A. ook. Zijn blik toont zijn ziel. Hij neemt verantwoordelijkheid over zijn leven. Zonder naïef te zijn, volg ik mijn intuïtie. En dat doet hij ook.

“Ik vertrouw jou ook, Anniek. Al kan er achter een gezicht soms een heel ander verhaal schuilgaan. Dat heb ik ook al meegemaakt in mijn leven.” We wagen het er verder op.

“Wil je je woonst vieren?”, stel ik voor. “Zullen we een terrasje doen?” Hij bestelt een kriek en ik een ice tea. Er ontvouwt zich een mooi gesprek terwijl we zij aan zij kijken naar de voorbijrijdende trams en auto’s in Merksem.

Tijdens ons terrasje vertel ik hem dat ik voor een zware week op het werk sta. Hij luistert. Zwijgend Zonder oordeel. De rollen lijken even omgekeerd. Ik wou hém volgen en beluisteren om het leven op straat beter te begrijpen. Nu luistert hij naar mijn verhaal. Verbonden in gelijkwaardigheid. De grenzen vervagen.

Later die week stuurt hij mij - out of the blue- een berichtje:
“Goedemorgen Anniek, ik laat je even weten dat je niet alleen bent.
Veel sterkte en blijf vooral kalm.”

Lees hier het vervolg... deel 4