Uus Knops over de spreuk...

spreuk-nov


Uus Knops is psychiater en rouwexperte. Met Casper, een rouwboek schreef ze in 2018 een aangrijpend en kwetsbaar boek over het verlies van haar eigen broer. Ze ijvert ervoor om rouw meer bespreekbaar te maken. Want praten, herinneringen delen, verhalen vertellen kan ons helpen om de overledene dichtbij te houden. Dat troost. Wie bijblijft is immers nooit helemaal vertrokken.

Het verdriet erkennen
Mensen wensen elkaar traditiegetrouw ‘Sterkte’ wanneer er iemand overleden is. We worden vandaag uitgenodigd om daarvoor alternatieven te bedenken. Want waarom zou je per se sterk moeten zijn op een moment van groot verdriet? Het verdriet erkennen, dat het mag bestaan. Mee in het hoofd en het hart kruipen van wie treurt, dat is een belangrijke vorm van medeleven.
 
Eén van die alternatieven is dat je een herinnering vertelt. Soms zie je dit ook op een overlijdensbericht: “Wil je een herinnering met ons delen? Schrijf deze dan op een kaartje.” Onlangs las ik een Instagram-post van iemand wiens moeder vijftien jaar geleden gestorven was. Het bericht dat haar na al die jaren het meeste bijbleef, schreef ze, was een kaartje van haar oom met een anekdote over haar moeder erop, een verhaal van lang geleden, van voor zij zelf geboren was. Een herinnering delen, vraagt een kleine inspanning, maar je geeft een groot cadeau.

2211_Uus_Knops_BZN_spreukenambassadeur_8.jpg

Weet je nog…?
Laat ons dus de namen blijven noemen van wie we moeten missen. Laat ons herinneringen blijven ophalen en delen met elkaar. Zo houden we wie fysiek vertrokken is dichtbij.
 
Visuele herinneringen vervagen mogelijk na verloop van tijd. Het is goed om elkaar verhalen te vertellen over de overledene. “Wist jij dat hij ooit… ?” “Weet je wat ze toen zij?” Zulke dingen. Op die manier breidt de verhalenbank zich uit en blijft het beeld van iemand concreet. Dat beeld wordt zelfs completer, als je verhalen kan combineren. Zo ontstaat er een narratief van de overledene. Al die verhalen geven vorm aan wie je mist.


De kunst van het troosten

Ach, maar elk rouwproces is ook uniek. Omdat elke mens, elke band met de overledene, elke situatie uniek is. En dus is wat troost voor iedereen anders. Soms kunnen herinneringen troosten, soms snijden ze te scherp. Iemand die na zestig jaar zijn partner verliest, kan met dankbaarheid terugblikken en herinneringen ophalen als troostend ervaren. Maar een ander persoon ervaart het misschien anders, en voelt bij de terugblik naar het verleden des te meer de pijn van het niet meer samenzijn, en de angst voor de toekomst alleen.

Wat vandaag steun geeft, kan morgen heel veel pijn doen. Het is helemaal niet gek dat je als trooster niet precies weet wat je kan doen. Een rouwproces is grillig. Zoek er geen logica achter.
Als trooster mag het niet je ambitie zijn om iets op te lossen. De grote kunst van troosten is net om heel veel niet te doen. Niet te veel praten. Niets willen oplossen. Maar er gewoon bij zijn in dat verdriet. Er ruimte voor maken. Het verdriet toestaan, laten bestaan, het verdragen en mee dragen. Ook dat is een vorm van “bij blijven”.

Samen op het bankje
Ik gebruik graag de metafoor van het bankje. Als iemand in zijn levenswandel een groot verdriet meemaakt, als niks meer gaat, dan zet hij zich even op een bankje naast zijn levenspad. Even op adem komen. Vanuit onze hulpverlenersreflex hebben we de neiging die persoon aan te moedigen om weer op te staan en door te gaan: “Komaan, count your blessings, focus op het positieve, sta recht en wandel mee.” Maar hoeveel mooier, moeilijker ook, maar des te waardevoller is het om naast die persoon op dat bankje te gaan zitten. Om er te zuchten, mee te zijn in de pijn, en om de twee magische woorden “Vertel eens” uit te spreken. Samen treuren, troost ook.
 
Zeventien jaar geleden verloor ik mijn broer in een ongeval. Ik herinner me vooral onze studententijd in Gent. We spraken vaak af aan de Korenlei en de Graslei en dan gingen we orangetjes kopen, van die chocoladereepjes met sinaasappel. We zetten ons op de stenen langs het water en we babbelden. Wij hadden toen al ons bankje. Die orangetjes hebben nog altijd een bijzonder smaak én herinnering voor mij.
 
Een kaartje van nabijheid
We zouden meer kaartjes naar elkaar moeten sturen, als alternatief voor het zwarte hartje op sociale media. Uitgeschreven of uitgesproken woorden van verdriet, troost, steun, herinnering. Een manier om op afstand toch nabij te zijn. Stuur deze herfst eens een kaartje naar elkaar. Het zijn kleine ritueeltjes die verloren zijn gegaan en dat is zo jammer. Er is nog nooit een kaartje te veel geschreven. Misschien kan BZN dit helpen aanmoedigen. Een organisatie als BZN geeft ook woorden aan het meest kwetsbare, maakt ruimte voor wie en wat fragiel is, geeft het daardoor recht van bestaan. Dat waardeer ik enorm. 

(fotograaf: © Katrin Torfs)

Download hier de maandspreuk →